×
First things first. We use cookies to improve your experience.   Privacyverklaring
Accept

Infinity Essays - Jakob Skote

Jakob Skote
6 min leestijd
22 mrt 2022

Beeld: Aguasonic door Mark Fischer. De bewogen turquoise lijnen en violette ellipsen stellen een vier seconden durende opname voor van het gezang van de superb fairywren, een veel voorkomende Australische zangvogel. De afbeelding is er slechts één uit een bonte verzameling, gemaakt door software programmeur Mark Fischer, die liederen weergeeft die door walvisachtigen en vogels worden geproduceerd.

Voor een serie Infinity Essays nodigde STRP kunstenaars uit haar netwerk uit om te reflecteren op het thema van dit jaar (The end of infinity) en andere perspectieven te verkennen, nieuwe vragen op te werpen, persoonlijke interpretaties te geven of ideeën te delen. Lees hieronder het essay van kunstenaar Jakob Skote!

W1 superb fairywren
Beeld: Aguasonic door Mark Fischer.
Opmerkingen over umwelt-hacking (omgevingswereld-hacking) in de Garden of Ghost Flowers

Alvorens we beginnen, wil ik iets testen. Haal diep adem. Op mijn teken, maak je met jouw stem een geluid - welk geluid dan ook. Eén... twee... drie. Voel de vibratie van je stem in je lichaam. Luister naar de weerkaatsing van het geluid in de ruimte om je heen. Het geluid is nu gestopt. Het heeft zijn grenzen in tijd en ruimte overschreden, en bestaat niet langer. Je kunt het niet voelen of horen, alleen de herinnering blijft over.

In boek 10 en 11 van zijn Belijdenissen mediteert de heilige Augustinus over hoe herinneringen worden gevormd, hoe zij ons vormen en hoe zij ons bestaan in de tijd bemiddelen. Hij hanteert zang om deze relatie te illustreren: Zonder geheugen zou ik een hymne niet als een hymne ervaren, maar als afzonderlijke, los van elkaar staande klanken, zonder de temporele verschuivingen die variatie, emotie en intensiteit teweegbrengen. Het vermogen van een klank om een blijvende indruk in mijn geest te maken stelt mij in staat de hymne te beleven. Dankzij mijn herinneringen aan andere liederen kan ik anticiperen op de klanken die zullen volgen, en kan ik deelnemen aan het zangspel.

Wij horen het geluid van de hymne via onze oren, en nemen overige sensorische impulsen waar via andere zintuigen. Sint Augustinus beseft dat zintuiglijke input fundamenteel is voor het geheugen, en onze beleving van de wereld. "Ik kom tot de velden en uitgestrekte reservoirs van het geheugen, waar de ontelbare beelden van materiële dingen zijn opgeslagen die de zintuigen tot het geheugen hebben gebracht. ...als de beelden er niet waren, zou ik niet eens over de dingen kunnen spreken." Deze zintuigen zijn zo ontworpen dat zij bepalen welke informatie zij doorgeven, en de structuur en mogelijkheden van onze interne "velden en uitgestrekte reservoirs van het geheugen" bepalen hoe deze informatie wordt ervaren. Als ik nog nooit een hymne heb gehoord kan het een fascinerende ervaring zijn, maar niet iets waarop ik kan anticiperen of waaraan ik kan deelnemen.

Umwelt, of "zelfwereld", is een term van de 19e-eeuwse bioloog Jakob von Uexkull, die de unieke ervaring van een bepaald wezen beschrijft als gevolg van zijn specifieke zintuiglijke apparaten. Alles wat zijn zintuigen hem toelaten te voelen. Onze umwelt is niet dezelfde als die van een hond, onze geursensaties zijn onvergelijkbaar, en zij kunnen slechts enkele kleuren zien. Vogels en insecten kunnen veel meer kleuren zien dan wij, en bijen kunnen het elektromagnetische veld van een bloem waarnemen via de haren op hun pootjes.

Onze menselijke umwelt wordt gevormd door en uitgebreid met technologie, waarbij het woord "technologie" in de ruimste zin van het woord wordt gebruikt en alle menselijke technologie omvat, van instrumenten tot kennis en praktijken. De uitbreiding is tweeledig. Aan de ene kant bestaat het uit nieuwe instrumenten die nieuwe inputs leveren voor onze zintuigen. Anderzijds is het uit een uitbreiding van onze innerlijke belevingsvermogens, de gevoeligheden van onze "velden en uitgestrekte reservoirs van herinnering," om in staat te zijn deze input te verwerken. Vóór de uitvinding van de microscoop was de microscopische wereld geen deel van de onze, onbekend en buiten ons bereik. Langzaam leerden we deze vreemde wereld te begrijpen en legden we de basis voor de hedendaagse geneeskunde en biologie. Vandaag gebruik ik telepresentie-tools om ruimtelijke beperkingen te doorbreken en mijn zintuigen uit te breiden over de hele wereld, maar mijn interne belevingswereld is niet gewend aan deze nieuwe ruimtelijkheid; verward en vermoeid zweef ik van het ene virtuele frame naar het andere.

Geen enkel instrument is neutraal. In meer of mindere mate bepaalt elk door de mens vervaardigd instrument op welke manier het onze umwelt vorm geeft. In dit ontwerp ligt een bepaald idee besloten van hoe het instrument de mens zou moeten vormen, een idee dat in veel opzichten beperkt wordt door de bestaande interne belevingsvermogens van de ontwerper. Je kunt moeilijk iets ontwerpen wat je niet kent. Een eenvoudig voorbeeld zijn crash-test dummy's, die grotendeels zijn ontworpen naar het mannelijk lichaam en resulteren in auto-ontwerpen met een veel grotere kans op letsel voor vrouwelijke bestuurders.

De filosoof Yuk Hui beschrijft hoe onze huidige technologische vooruitgang gebaseerd is op een bepaalde kosmologie, d.w.z. een visie op de wereld en de mens. Als reactie op de huidige filosofische monocultuur die aan de hedendaagse technologie ten grondslag ligt, pleit hij voor een technodiversiteit, geen diversiteit binnen de technologie maar een van technologieën. In zijn eigen woorden: "Zonder technodiversiteit hebben we alleen maar homogene manieren om met niet-menselijke instituten en de wereld zelf om te gaan - alsof homogeen gelijk staat aan universeel." De wereld is niet homogeen. Een technologische monocultuur heeft nadelige gevolgen voor ons begrip van en interactie met de technologie.

"Het maakt uit welke materie we gebruiken om andere materie te bedenken", een bekende uitspraak van Donna Haraway. Aangezien de instrumenten die we gebruiken onze umwelt bepalen, moeten we ons zorgen maken als ons huidige instrumentarium slecht is aangepast aan de echte wereld. Neuroloog David Eaglemann heeft de term "umwelt hacking" bedacht: het bewust construeren van nieuwe instrumenten om onze umwelt uit te breiden, het toevoegen van nieuwe materie om nieuwe materie in de wereld waar te nemen. Wat deze expansies inhouden, kunnen wij niet weten, aangezien zij momenteel geen deel van ons uitmaken.

Deze expansie moet zowel ons externe zintuigen als onze interne belevingswereld omvatten. Het hedendaagse umwelt hacking, vrij vervat in de vage overkoepelende term van het transhumanisme, is al te zeer gericht op de uiterlijke kant van deze expansie. Als wij een zintuiglijke uitbreiding uitvinden waardoor ik de elektromagnetische velden van bloemen kan waarnemen, wat zou ik dan met die informatie doen? Zonder een taal om deze ervaring te begrijpen, zou zij worden gereduceerd tot een gimmick, een leuke gadget om op tech-beurzen te laten zien, en al snel worden vergeten. Een zintuig heeft geen nut als we niet weten hoe we kunnen begrijpen wat het oplevert.

In 1821 voltooide de Cherokee-intellectueel Sequoyah zijn ontwerp van een syllabarium voor de taal van zijn volk. Hij liet zich inspireren door de schriftsystemen van de Europese kolonisten, wiens alfabet zich in de loop van duizenden jaren had ontwikkeld, een proces dat hij in een decennium voltooide. Een eenvoudige herbestemming van het Latijnse alfabet was niet afgestemd op de specifieke vorm van de Cherokee-taal. In plaats daarvan creëerde Sequoyah een nieuw instrument voor dit bestaande ervaringsvermogen, een nieuwe materie om mee te voelen, een materiële dimensie voor deze "velden en uitgestrekte reservoirs van het geheugen," waarmee het de directheid kon overstijgen en niet meer alleen afhankelijk was van de veranderlijke sporen van het gesproken woord. Het Cherokee-schriftsysteem werd snel overgenomen. Een generatie later was de alfabetiseringsgraad van hun stam bijna volledig, veel hoger dan die van de omringende Europeanen.

Onze huidige technologie heeft ons de middelen gegeven, een soort schriftsysteem, om dingen waar te nemen die buiten het bereik liggen van eerdere menselijke ervaringen. Maar het lijkt ons te ontbreken aan de interne ervaringskennis die nodig is om deze nieuwe input te begrijpen. Het gaat misschien niet om de toevoeging van nieuwe technologische zintuigen, maar om nieuwe talen die beter geschikt zijn om te kunnen spreken wat wij reeds voelen, nieuwe innerlijke vermogens die ons doen ervaren wat de technologie ons reeds laat voelen.

Loafe with me on the grass, loose the stop from your throat,
Not words, not music or rhyme I want, not custom or lecture, not even the best,
Only the lull I like, the hum of your valvèd voice.

Jakob Skote is onderdeel van de in Stockholm en Londen gevestigde studio Untold Garden. De studio richt zich op ervaringen in de vorm van kunstinstallaties, virtuele sculpturen, interactieve performances, kunstmatige ecologieën en organische sociale netwerken. De studio werkt samen met ingenieurs, wetenschappers, kunstenaars, ontwerpers, architecten, onderzoekers en anderen van over de hele wereld.

Acknowledgements: Co-artist of Garden of Ghost Flowers by Lundahl & Seitl + Untold Garden